WILLEMSTAD – Koning Willem-Alexander en koningin Máxima maken dinsdag op Curaçao werk van hun voornemen om zoveel mogelijk mensen de kans te geven hen te zien tijdens het tweedaagse kennismakingsbezoek aan het eiland. Na Willemstad is de rest van Curaçao aan de beurt: Banda’riba (de ‘bovenkant’ die eigenlijk beneden ligt) en Banda’bou, de ‘benedenkant’.
Banda’bou is de rustige kant van het eiland, met veel natuur en slechts één weg, naar Wèstpunt. Daar begint het uitstapje ook, met een kijkje bij de vissers op de Playa Piskadó en een stop onderweg bij het Tula Museum, waar het slavernijverleden aan bod komt. Dit jaar wordt herdacht dat 150 jaar geleden de slavernij werd afgeschaft.
Banda’bou telt minder inwoners dan de andere helft van het eiland. In het dorp Soto heeft het koningspaar een ontmoeting met bewoners van dit deel van Curaçao. Vervolgens wordt de rit over het eiland voortgezet naar Montaña in Banda’riba, waar de inwoners eveneens de kans krijgen het koninklijk gezelschap te zien. Er is evenals in Soto een kort programma in elkaar gedraaid, met dans, muziek en spelen.
Fort Amsterdam
Aan het einde van de middag gaan Willem-Alexander en Máxima nog naar een tentoonstelling van filigrain-sieraden in de Fortkerk in Fort Amsterdam, alvorens ze de receptie bijwonen die de nieuwe gouverneur Lucille George-Wout aanbiedt in het ‘paleis van de gouverneur’, waar het koninklijk bezoek een dag eerder ook begon.
Meteen na de receptie vertrekt het koningspaar naar buureiland Aruba, waar woensdag een tweedaags kennismakingsbezoek begint.
