Prins Maurits heeft donderdag in Upton en Chatham de festiviteiten ingeluid waarmee de Britten herdenken dat ze 350 jaar geleden een pak slaag van jewelste kregen van de Nederlandse marine en mariniers. De komende dagen worden er in en rond Medway, waaronder beide plaatsen vallen, tal van activiteiten gehouden.
Dat uitgebreid wordt stilgestaan bij de voor de Britten blamerende ‘Tocht naar Chatham’ – zoals de Nederlanders het noemen – of de ‘Slag op de Medway’ – de Britse benaming – is vanwege de uitkomst op langere termijn. “De Nederlanders schudden ons wakker”, aldus First Sea Lord Sir Philip Jones. Daarna begonnen de Britten aan de opbouw van hun vloot, waarmee eeuwenlang de wereldzeeën werden beheerst.
De Nederlandse tegenhanger van de First Sea Lord, Commandant der Zeestrijdkrachten admiraal Rob Verkerk, kon het bij de herdenkingsplechtigheid op de historische scheepswerf van Chatham niet nalaten een paar speldenprikken uit te delen. Hij was trots op het werk van zijn verre voorgangers, maar vond het fijn dit keer met een uitnodiging op de werf te staan. Hij kreeg met zijn recht voor zijn raap toespraak veel bijval.
Uitzondering
Ook prins Maurits plaagde de Britten. Zo sprak hij over ‘vieren’ in plaats van ‘herdenken’, tenslotte was er voor Nederland door de mannen van onder andere Cornelis de Witt en Michiel de Ruyter een militaire prestatie van formaat geleverd. “Nederland was een heuse zeemacht”, aldus menig Brits spreker donderdag. “Maar dat we toen strijd leverden was een uitzondering. Eigenlijk hebben we in de geschiedenis altijd samengewerkt”, aldus prins Maurits.
Volgens Verkerk was die samenwerking op zee nu meer dan ooit nodig, onder meer om handelsroutes vrij te houden en de vrije handel en vrijheid te behouden.
