Het stoffelijk overschot van de vorig weekeinde overleden prins François van Orléans wordt zaterdag bijgezet in de ‘Chapelle royale’ in Dreux, naast de graftombes van zijn grootouders, de graaf en gravin van Parijs. Voorafgaand aan de bijzetting is er een requiemmis in dezelfde kapel, waar prins François na zijn geboorte in februari 1961 ook is gedoopt.
François was de oudste zoon van de huidige graaf van Parijs, de titel die de troonpretendent uit het voormalige koningshuis Orléans doorgaans gebruikt omdat 170 jaar na het verdrijven van de laatste Orléans-vorst het door zijn aanhangers gebruikte ‘koning Henri VII’ wat ongemakkelijk klinkt.
Als oudste was François voorbestemd om zijn vader op te volgen, ware het niet dat hij vanaf zijn geboorte geestelijk gehandicapt was. Dit doordat zijn moeder tijdens de zwangerschap geïnfecteerd werd met toxoplasmose, een door katten overgedragen parasiet die voor ernstige afwijkingen kan zorgen bij een zwangerschap. Prins François, die zijn hele leven in een instelling verbleef, werd in 1981 door zijn grootvader dan ook uitgesloten van de theoretische troonopvolging.
