De bouwvakker keek niet-begrijpend naar het tafereel voor hem. “Wat interesseert het de koning nu wat hier gebeurt?”, vroeg hij hardop terwijl Willem-Alexander met waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen en wijkbewoner Roel Schoenmaker aan een wandeling begon door een stukje van de Amsterdamse Kolenkitbuurt.
Als de man kort daarvoor in de bouwkeet van het project ‘Rhapsody in West’ was geweest bij het gesprek dat de koning voerde met deelnemers aan project ‘Amsterdammers, maak je stad!’ dan had hij het onaangekondigde koninklijke werkbezoek misschien beter begrepen. Het interesseert Willem-Alexander naar eigen zeggen in hoge mate wat zich in de haarvaten van de samenleving afspeelt en welke initiatieven worden ondernomen om de samenleving leefbaar te houden.
Het bezoek in Amsterdam-West en het vervolg met een rondetafelgesprek in Amsterdam-Zuid over de stadsdorpen was dan ook het tweede in een begin juni begonnen reeks waarin de koning overal in Nederland leert over plannen, programma’s en projecten die actieve burgers opzetten.
Kookles
,,Zo veel mogelijk zonder hulp van de gemeente”‘ zoals Jacques Allegro van stadsdorp Zuid benadrukte, met een schuin oog op de donderdag vertrekkende Van Aartsen. Van die gemeente had je vaak alleen maar last, zoals bij het plan om tussentreden op de trappen te plaatsen. Te gevaarlijk vond het stadhuis ongezien, goed idee besliste de brandweer uiteindelijk na een proef.
In Amsterdam-West waren ook projecten die kinderen op school kookles geven, nieuwkomers leren koekenbakken en aan werk helpen, of die zorgen dat de oorspronkelijke bewoners van de tussen spoor en snelweg ingeklemde Kolenkitbuurt daar ook terechtkunnen in de overal verrijzende nieuwbouw.
Moestuin
Bij zijn wandeling maakte de koning niet alleen kennis met buurtbewoners – het nieuws van zijn aanwezigheid verspreidde zich als een lopend vuurtje door de wijk – maar ook met de moestuin tussen een van de oudere gebouwen. Trotse buurtbewoners namen hem mee om het resultaat van de inspanningen te zien, en ook een kijkje te nemen bij het logeerhuisje waar ze gasten kunnen laten slapen.
De koning wil, zo benadrukte hij in een van de gesprekken, een ‘inclusieve samenleving’, waarin niemand wordt buitengesloten en iedereen een plek heeft.
