BELFAST – Ook de tweede dag van het historisch beladen bezoek van prins Charles en echtgenote Camilla aan Ierland en Noord-Ierland stond donderdag in het teken van verzoening en het helen van de wonden van het sektarisch geweld van de afgelopen tientallen jaren. Vanuit de Republiek Ierland stak het paar de grens met het door de Britten bestuurde Noord-Ierland over.
Dat de problemen nog allerminst zijn opgelost ondervond Charles bij een bezoek aan de katholieke St Patrick-kerk in de Noord-Ierse hoofdstad Belfast. Die plek is een brandpunt in de strijd tussen katholieken en protestanten tijdens het zogenoemde ‘marsseizoen’ van de loyalisten, de Noord-Ierse protestanten. De politie heeft hen verboden hun Oranjemarsen langs de kerk te laten lopen, maar daar is fel verzet tegen. In 2012 werd de kerk nog omcirkeld en werd er een antikatholiek lied ten gehore gebracht.
Tijdens het bezoek van Charles en Camilla werd er buiten gedemonstreerd tegen de betrokkenheid van het Britse Parachutisten Regiment bij acties tegen katholieken in Ballymurphy en Derry in de jaren zeventig. Charles is als Colonel-in-Chief beschermheer van het regiment en werd er door de demonstranten mee in verband gebracht.
Charles ontmoette bij zijn kerkbezoek de Noord-Ierse premier Peter Robinson en vicepremier Martin McGuinness, een voormalig IRA-voorman. Hij had de prins samen met Sinn Feinn-leider Gerry Adams eerder in de week ook al in Ierland ontmoet. De Noord-Ierse leiders ontvingen het prinselijk paar later donderdag ook voor een receptie in Hillsborough Castle.
