BRUSSEL – Koning Filip heeft sinds de troonswisseling vorig jaar juli nog geen staatsbezoek afgelegd. Dat valt op, want zijn slechts enkele maanden eerder aangetreden Nederlandse collega Willem-Alexander heeft er inmiddels al drie op zijn naam staan. Maar vanaf volgend jaar gaat koning Filip ook jaarlijks minstens twee keer op staatsbezoek, zo heeft het paleis deze week laten doorschemeren aan Het Nieuwsblad.
Anders dan Willem-Alexander kwam Filip na de troonsafstand van zijn vader niet in een gespreid bedje. Koningin Beatrix had haar zoon en schoondochters al langere tijd intensief voorbereid op de wisseling van de wacht, terwijl haar Belgische collega koning Albert II zijn voornemen pas laat bekendmaakte, en ook niet in tandem met zijn zoon had gewerkt aan een soepele troonswisseling.
Voor koning Filip was er in zijn eerste regeringsjaar derhalve in eigen huis meer werk aan de winkel dan voor Willem-Alexander, die zich bijvoorbeeld al grotendeels omringd wist door een hofhouding die hij zelf mede had uitgekozen. Filip wachtte dit jaar ook algemene verkiezingen, en die zetten traditioneel een rem op staatsbezoeken, omdat het staatshoofd het liefst in de buurt blijft voor assistentie of consultatie.
Japan
Bestemmingen voor de eerste staatsbezoeken van Filip zijn nog niet bekend, al zou hij in 2016 naar Japan gaan vanwege de viering van 150 jaar diplomatieke betrekkingen met dat land. De Belgen gaan de promotie en ‘verkoop’ van de BV België ook nadrukkelijker koppelen aan staatsbezoeken. Belangrijke handelspartners als China, Korea, Zuid-Afrika en Brazilië worden dan ook genoemd als bestemmingen.
Het laatste Belgische staatsbezoek vond in 2011 plaats toen koning Albert en koningin Paola Duitsland bezochten.
