Griekenland rekent op de komst van prins Charles voor de viering van de tweehonderdste verjaardag van de onafhankelijkheid op 25 maart. Volgens Griekse media hoopt premier Kyriakos Mitsotakis er een grote happening van te maken, met onder meer ook de aanwezigheid van de presidenten van Rusland en Frankrijk. Maar de coronapandemie kan de feestelijkheden dwarszitten.
De Grieken kwamen in 1821 in opstand tegen het Ottomaanse bewind dat het land al sinds het einde van de vijftiende eeuw controleerde. Ze kregen deels steun van de Europese grootmachten die elk zo hun reden hadden om de Ottomaanse invloed op de Balkan in te perken. De strijd om onafhankelijkheid duurde uiteindelijk tot 1832, maar de Grieken houden de begindatum van de opstand aan als hun onafhankelijkheidsdag.
Griekenland heeft de bondgenoten van weleer uitgenodigd: de landen die in oktober 1827 deelnamen aan de beslissende zeeslag van Navarino tegen de Ottomaanse zeemacht: de Britten, Fransen en Russen. Dat leidde tot de feitelijke onafhankelijkheid van Griekenland, met de aantekening dat nog zo’n 800.000 Grieken buiten de nieuwe landsgrenzen woonden.
Uit Beieren werd een koning geïmporteerd, Otto, die het dertig jaar volhield (1832-1862) alvorens Griekenland het opnieuw probeerde met een tot koning verheven prins uit het Deense koningshuis. Dit nieuwe Griekse koningshuis, waaruit ook prins Philip, de vader van prins Charles, afkomstig is, regeerde met verschillende onderbrekingen tot 1967. De monarchie werd in 1973 officieel afgeschaft.
