DEN HAAG – Spanjaarden kijken mee bij vergaderingen van de Eerste Kamer. “Kijk maar”, zei Senaatsvoorzitter Ankie Broekers-Knol woensdagmiddag tegen het Spaanse koningspaar tijdens een rondleiding door de vergaderzaal. Op het plafond is een schildering te zien waarop Spanjaarden zijn afgebeeld die als het ware neerkijken op het werk van de senatoren.
Broekers-Knol gaf de Spaanse bezoekers een spoedcursus Nederlands-Spaanse geschiedenis. Ze vertelde in haar welkomsttoespraak over het Wilhelmus met zijn verwijzing naar de koning van Spanje, wees in de Gravenkamer op een portret van koning Filips II – de laatste ‘Spaanse’ graaf van Holland – en sprak over de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Spanjaarden. “Maar nu zijn we bondgenoten”, stelde Broekers-Knol.
Koning Felipe was een aandachtig toehoorder. Koningin Letizia hield zich meer op de achtergrond. Ze waren niet naar Den Haag gekomen om meer te weten te komen over Nederland, maar om zich als koningspaar voor te stellen aan de Nederlandse koning, het parlement en de premier, zo verduidelijkte Felipe even later aan meegereisde Spaanse journalisten.
Goed bezoek
“Het was een heel goed bezoek”, aldus Felipe bij vertrek vanaf het Binnenhof, waar het koningspaar de tientallen meters tussen Eerste Kamer en ministerie van Algemene Zaken met de auto aflegde. Vaak doen bezoekers dat te voet, zoals vorig jaar nog de Belgische koning Filip en zijn vrouw Mathilde. Mogelijk ook om veiligheidsredenen ging het Spaanse koningspaar met de auto.
Premier Rutte wachtte zijn bezoekers buiten op en nam ze vervolgens mee naar het Torentje, een meer bescheiden ontvangstruimte dan het Moncloa paleis waar zijn Spaanse collega Mariano Rajoy vorig jaar Willem-Alexander en Máxima ontving tijdens hun kennismakingsbezoek aan Spanje.
