Koning Willem-Alexander en koningin Máxima hoeven staatsgasten voor muziek en dans niet meer mee te nemen naar Amsterdam. In eigen stad hebben ze met namelijk een nieuw cultuurpaleis, Amare. Dat hield de Haagse wethouder Anne Mulder het koningspaar donderdagavond voor bij de overdracht ervan aan de ‘vaste bewoners’. Volgens het Residentie Orkest, dat in de grote zaal een kort optreden verzorgde, behoort dat nu al tot de landelijke top.
“Ik ben heel blij om hier te zijn”, zei koningin Máxima bij aankomst, waarna het koningspaar een rondleiding kreeg door een deel van het immense complex. “Wat een luxe om in dit gebouw te mogen studeren”, vond de koningin na een miniconcertje van leerlingen van het conservatorium. Ook Willem-Alexander toonde zich onder de indruk. Amare, dat het culturele knooppunt moet worden van Den Haag, zal ze ongetwijfeld ook zonder staatsgasten nog vaak terugzien.
Amare is het nieuwe onderkomen van Nederlands Dans Theater (NDT), het Residentie Orkest, het Koninklijk Conservatorium en de stichting Amare, dat een groot deel van de programmering verzorgd. Het cultuurpaleis vervangt het Lucent Dans Theater en de Dr. Anton Philipszaal die zes jaar geleden werden gesloopt. Het project heeft volgens berekeningen van de Haagse Rekenkamer 223 miljoen euro gekost.
Dolly Dots
In juli zijn de eerste gebruikers al voorzichtig in het pand getrokken, in november volgt de feestelijke opening en het conservatorium verhuist begin volgend jaar. Dit weekeinde kan het publiek er tijdens open dagen al rondkijken. Wethouder Anne Mulder had zelf een andere stip op de horizon gezet, zo verklapte hij in zijn toespraak: op 7 januari treden de Dolly Dots op. “Amare is een succes als elke Hagenees er een keer is geweest”, aldus Mulder.
De koning had hem eerder al geplaagd, in een verwijzing naar de moeilijke ontstaansgeschiedenis van het cultuurpaleis. “De hoeveelste wethouder bent u die zich met dit project bezighoudt?”, vroeg Willem-Alexander. Mulder was de vierde. “Viermaal is scheepsrecht”, meende de koning lachend.
