AMERSFOORT – Prinses Beatrix behoort tot de meest ervaren klussers van Oranje. Vrijdag nam de prinses voor de twaalfde keer deel aan het nationale vrijwilligersweekeinde, waartoe ze in het haar jaar van haar zilveren regeringsjubileum zelf de aanzet gaf. En net als bij het debuut in 2005 was Beatrix nu ook weer in Amersfoort. Destijds waren het ouderen die door haar hun lunch geserveerd kregen, dit keer profiteerden jongeren met een beperking van de koninklijke inzet.
Het vrijwilligersweekeinde begon destijds aarzelend onder het uit het buitenland geleende motto ‘Make a Difference Day’, maar nam na 2009 een Nederlandse identiteit aan als NLdoet, en verhuisde toen ook naar het voorjaar. Dan zijn er ook meer klussen te doen, zoals het schoonmaken en opknappen van speeltuinen, buurtcentra of sportaccommodaties. De Oranjes hebben daar in de loop der jaren veel ervaring mee opgedaan. Vorig jaar nog in Breda en IJsselstein, waar respectievelijk koning en koningin en prinses Beatrix de helpende hand toestaken. Maar vrijwilligers zijn ook altijd welkom in zorgcentra, scholen of bij kinderboerderijen.
Beatrix maakt van haar bijdrage nooit een haastklus. ,,Zo, zeg maar wat ik moet doen”, is ongeveer haar openingszin bij aankomst. De koffie kan worden overgeslagen. Ze wil aan de slag, en trekt daarvoor enkele uren uit. Dat was vrijdagmorgen in de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst niet anders. Met een aantal jonge vrijwilligers werden boor, schroevendraaier en hamer ter hand genomen om tot een stevig, en kunstig voelbord te komen voor de kinderen van het dagcentrum Onder één dak.
Het was duidelijk dat de prinses ook thuis niet voor karweitjes terugdeinst, ook al heeft ze genoeg helpende handen om zich heen. Op de speelplaats even later was ze een pietje-precies, maar met de helpende kinderen met een beperking had ze alle geduld. Dat die haar gevoel voor nauwkeurigheid niet deelden, maakte niet uit. ,,Er wordt hard gewerkt”, constateerde ze tevreden, terwijl ze nog een takje opraapte en in de vuilniszak deed.
