Koning Willem-Alexander en koningin Máxima beginnen donderdagmiddag (lokale tijd) aan een driedaags bezoek aan de Bovenwindse eilanden. Aanleiding voor de reis is de feestdag van Saba, die altijd op de eerste vrijdag van december wordt gehouden. In de nasleep van de verwoestende orkaan Irma gaat het koningspaar evenwel ook naar Sint-Eustatius en Sint-Maarten. Willem-Alexander bezocht de drie eilanden ook al in september.
Koning en koningin worden op het F.D. Roosevelt-vliegveld van Sint-Eustatius opgewacht door de kersverse staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, Raymond Knops. Die heeft de afgelopen dagen in het Caribisch gebied al zijn eigen kennismakingsreis gemaakt. ‘Statia’ bewaarde hij voor het laatst, zodat hij zich daar bij het koninklijk gezelschap kon voegen. Op het programma van het koningspaar staan een visite aan een zonne-installatie, het eerste huis dat na het orkaangeweld met Nederlandse hulp wordt hersteld en een gesprek met verschillende organisaties in de Gertrude Judson Openbare Bibliotheek.
Het verblijf duurt maar een paar uur. Koning en koningin moeten voor het donker aankomen op buureiland Saba, waar het vliegveld alleen bij daglicht open is. Op het kleinste Caribische eiland, tegenwoordig een bijzondere Nederlandse gemeente, wordt vrijdag de eigen feestdag meegevierd. Willem-Alexander houdt een toespraak en gaat na het ochtendprogramma samen met Máxima vanaf een boot ook de kwetsbare natuur en koraalriffen van de Saba Bank bekijken.
De reis wordt zaterdag afgerond op Sint Maarten. Daar is alle aandacht gericht op de gevolgen van de enorme schade die Irma begin september heeft aangericht, te beginnen op het vliegveld, bij het op toerisme gerichte Simpson Bay en verder tijdens een rondrit door het Nederlandse deel van het met Frankrijk gedeelde eiland. Er is een gesprek met ondernemers en de voedseldistributie en een noodopvang worden bezocht.