Koningin Máxima is dinsdag na twintig jaar teruggekeerd in de Keukenhof in Lisse. Op 9 mei 2001 had ze daar haar eerste publieke optreden aan de zijde van haar verloofde prins Willem-Alexander. Dit keer waren de tulpen, die vanwege het koude voorjaar nog altijd bloeiden, bijzaak, maar Máxima genoot er niet minder om.
Wouter Hamel zong bij haar aankomst What A Wonderful World. Maar de ‘skies’ waren allesbehalve ‘blue’, gaf Máxima wijzend naar de lucht lachend aan.
Het bezoek was het slotstuk van haar tweedaagse toernee door Nederland in het kader van de campagne ’50 dagen muziek’ waarbij in de aanloop naar de vijftigste verjaardag van Máxima aanstaande maandag nog eens nut en noodzaak van muziekonderwijs voor alle basisscholieren onder de aandacht werd gebracht. In Lisse presenteerden de provincies Zuid-Holland en Zeeland zich, alsmede Curaçao als eerste uit het Caribische deel van het koninkrijk.
Rijk alleen
Maar tussen de muzikale optredens en prestaties door, had Máxima duidelijk ook belangstelling voor de bloemenpracht waarmee ze twintig jaar geleden meteen aan het begin van haar tijd in Nederland kennismaakte. Destijds was het vanwege de opdringerige toeristen en media dringen geblazen tussen de tulpenbedden, nu had Máxima in de gesloten Keukenhof het rijk vrijwel alleen.
Ze wist Keukenhof-directeur Bart Siemerink te verrassen door zelfs de Menton-tulp te benoemen. “Ik heb niet vaak mensen op bezoek die namen van tulpen kennen, zeker niet deze tulp”, aldus Siemerink. “Ze vertelde ook dat ze de zalmkleurige het mooiste vond.” De baas van Keukenhof maakte meteen van de gelegenheid gebruik om de koningin uit te nodigen nog eens op visite te komen, ook al zal hij dan zelf zijn kennis van namen van de verschillende soorten moeten opfrissen.
“De Willem-Alexander tulp staat er nog. Ik heb het opgezocht”, vertelde hij Máxima. Dat een deel van de presentaties in het Willem-Alexander paviljoen plaatsvonden, was ook geen toeval gaf Siemerink ruiterlijk toe.
