Koningin Máxima heeft dinsdagmiddag een bezoek gebracht aan het Tropenmuseum. Ze kreeg daar een rondleiding door de tentoonstelling Onze koloniale erfenis, die laat zien hoe kolonialisme de wereld van nu mede heeft gevormd.
Met de tentoonstelling wil het Tropenmuseum bijdragen aan het debat in de samenleving en aan “een meer rechtvaardige maatschappij”. In totaal zijn er zo’n vijfhonderd voorwerpen en kunstobjecten te zien. Centraal staan het Nederlandse koloniale verleden in Suriname, het Caribisch gebied en Indonesië en de doorwerking die dat verleden tot vandaag de dag heeft. Onder andere ongelijkheid, racisme, uitsluiting en uitbuiting komen aan bod.
Na de tentoonstelling ging Máxima in gesprek met de makers van de tentoonstelling en medewerkers van het museum. Omer Demirözcan, docent wereldburgerschap aan het Metis Montessori Lyceum Amsterdam en lid van de klankbordgroep onderwijs van de tentoonstelling, vertelde de koningin over zijn ervaringen met leerlingen. Zo zei hij dat veel van zijn leerlingen worden uitgemaakt voor Zwarte Piet en dat hem dat veel doet. Hij is dan ook met zijn klas naar de tentoonstelling geweest. Máxima vond het moeilijk om te horen “hoe gekwetst sommige mensen zijn”.
Máxima vond het belangrijk te benoemen dat ze het belang inziet van de tentoonstelling. “Een groot deel van onze identiteit is toch wel de koffie en de suiker. Zonder koloniaal verleden hadden we dat niet gehad”, zei ze tijdens het gesprek. Ze besloot het gesprek met een boodschap aan heel Nederland, ook namens koning Willem-Alexander. “Liefde en respect voor elkaar in het publieke debat, dat is waar mijn man en ik voor staan.”