Koningin Máxima hoopt snel verlost te zijn van de mondkapjes. Dat liet ze dinsdag blijken bij een werkbezoek aan het UMC Utrecht. De visite stond in het teken van de inhaalzorg, maar het mondkapje – op bij de wandeling door het ziekenhuis, af tijdens de rondetafelgesprekken – kwam ook even ter sprake. “Het zal even wennen zijn als ze niet meer overal gedragen hoeven worden”, vond bestuursvoorzitter Margriet Schneider.
Máxima heeft er al flink wat bezoeken aan ziekenhuizen, zorginstellingen en medici opzitten. Ze ging in Utrecht in gesprek met onder anderen Marian Kaljouw, de bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit, of Georgette Fijneman, de divisievoorzitter van verzekeraar Zilveren Kruis. Mirjam van Velthuizen, de CFO van het Utrechtse ziekenhuis, wist dat de koningin een datajunkie is en had haar daarom vooraf al de financiële onderbouwing van het opschaal- of herstelplan gestuurd. Máxima kon daaruit dan weer moeiteloos citeren.
Tijdens de coronapandemie is veel reguliere zorg blijven liggen. Huisartsen schreven het afgelopen jaar 1,45 miljoen minder verwijzingen uit. Patiënten meldden klachten niet of ziekenhuizen hadden geen ruimte voor behandelingen en operaties omdat de opvang van Covid-patiënten voorrang had. In het UMC zijn nu nog maar acht coronapatiënten, van wie er vier op de ic liggen. Dat zijn er wel eens zestig geweest. “Het is een bijzonder moment. We kunnen weer vooruit kijken. Er is nu ruimte om de uitgestelde zorg in te halen en om wachtlijsten terug te dringen, maar we moeten wel kijken hoe we dat aanpakken”, aldus UMC-baas Schneider.
Zorgen
De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar de patiënten maar zeker ook naar het zorgpersoneel, zo hoorde de koningin. “Onze grootste zorg zijn de zorgprofessionals”, wist ook Marian Kaljouw. Die moeten fysiek en mentaal herstellen van de ’tropenmaanden’ die ze hebben gemaakt en is afwachten of daarna de draad weer kan worden opgepakt. De werkwijze is ook aangepast, met bijvoorbeeld videoconsult en afstandmonitoring. “Maar een nieuwe manier van werken vraagt ook om ruimte in je hoofd”, zei de koningin, dus het was belangrijk dat het personeel weer op krachten komt.
Ander punt bij het weer opstarten van de reguliere zorg is het stellen van prioriteiten. Wie mag of kan het eerst worden geholpen en wat voor criteria leg je daarvoor aan. Het UMC zit in een bijzondere positie, zo hoorde Máxima, ook omdat het ook zorg aanbiedt die nergens anders in Nederland wordt geboden. Patiënten die hiervoor in aanmerking komen, hebben dan voorrang in Utrecht. Prioritering en spreiding leidden tot discussie, net zoals het samenbrengen van een specialisatie op één plek – het naast gelegen Prinses Máxima Kinderziekenhuis bijvoorbeeld.
Na alle gesprekken maakte de koningin nog een wandeling over de verpleegkundige afdeling van de hart-en longafdeling, cardio-thoracale chirurgie waar ze over de uitvoering van het herstelplan sprak en met een longarts meekeek bij een videogesprek met een patiënt. Máxima vond het zo interessant dat haar bezoek twintig minuten uitliep.
