Bij de lintjesregen dinsdag hebben 2755 mensen een koninklijke onderscheiding gekregen. Dat is minder dan de 2838 lintjes van vorig jaar. Het jaar ervoor waren 3155 landgenoten in het zonnetje gezet. De Kanselarij der Nederlandse Orden, die over de onderscheidingen gaat, heeft geen verklaring voor de daling.
De meesten (2704 mensen) zijn actief als vrijwilliger. Daarnaast kregen 141 mensen een lintje voor bijzondere verdiensten tijdens hun werk.
De oudste die een onderscheiding ontving, is mevrouw Woelinga-Rodbard uit Uithoorn, geboren in 1919. Zij is sinds 1965 actief als vrijwilliger bij de Doopsgezinde Vredesgroep. De jongste gedecoreerde is de 36-jarige Carlijn Willemstijn uit Den Haag, die actief is voor de Nederlandse Stomavereniging en StomaJONG.
Bijna duizend vrouwen kregen een lintje, tegen bijna 1800 mannen. Dertien mensen kregen een lintje in de Orde van de Nederlandse Leeuw, de anderen in de Orde van Oranje-Nassau.
Zuid-Holland (506), Noord-Brabant (496) en Noord-Holland (394) tellen de meeste gedecoreerden. Op de zes Antilliaanse eilanden kregen 33 mensen een onderscheiding. Rotterdam (43) en Amsterdam (38) voeren de gemeenten aan, gevolgd door Den Bosch (27), Westland (26) en Moerdijk (25).
Wie vindt dat iemand een lintje verdient, moet daarvoor een aanvraag indienen bij de burgemeester. Die stuurt de aanvraag door naar de commissaris van de Koning, die naar het Kapittel voor de Civiele Orden gaat. Dat legt de aanvraag voor bij de betrokken minister, die uiteindelijk de goedkeuring verleent. Het staatshoofd ondertekent elke toekenning bij Koninklijk Besluit.
In totaal waren 3168 mensen voorgedragen, iets meer dan vorig jaar. Ongeveer 13 procent werd afgewezen. Dat kan gebeuren wanneer iemand een strafblad heeft of wanneer hij of zij nog niet lang genoeg actief is.
