Willem-Alexander heeft op lege Dam geen eenvoudige opgave

Vorsten

03/05/2020 10:47 pm

Koning Willem-Alexander weet maandagavond bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam de ogen van heel Nederland op zich gericht. Bij de Nationale Dodenherdenking op 4 mei voert hij het woord. Nederland kijkt mee via de televisie want vanwege de coronacrisis zal de anders zo stampvolle Dam dit keer vrijwel leeg zijn. Dat maakt het uitspreken van de toespraak, 75 jaar na de einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa, nog eens extra markant.

Het is de eerste keer dat een Nederlands staatshoofd het woord voert bij de Nationale Dodenherdenking. Koningin Beatrix bijvoorbeeld deed dat niet, maar sprak op 5 mei 1995 wel bij de herdenking van vijftig jaar bevrijding in de Ridderzaal. Ze keek onder meer terug op de kranslegging een dag eerder. “In dankbare erkenning brengen wij elk jaar de doden die we herdenken een ere-saluut”, aldus vorstin. “Na vijf jaar onderdrukking kwam voor ons land de bevrijding als een verlossing. Nooit was vrijheid zo tastbaar als toen”, zei ze ook.

Dat Willem-Alexander zou spreken was al afgesproken voordat het coronavirus het openbare leven grotendeels lam legde en alle grote publieke evenementen onwenselijk maakte. Nu Nederland de afgelopen weken zelf heeft ervaren wat beperkingen van vanzelfsprekende vrijheden betekenen, heeft de toespraak nog meer gewicht gekregen.

Voorschot

In zijn kersttoespraak vorig jaar nam de koning alvast een voorschot. “Vrijheid is de vlam die in alle Nederlandse harten brandt. Dat klinkt poëtisch, maar het doet wel recht aan wat ik om me heen zie. Het valt me op hoe intens die vrijheid wordt beleefd. Nu we stilstaan bij 75 jaar vrijheid, ontmoet ik veel mensen die me vertellen wat dat begrip voor hen betekent”, zei Willem-Alexander. “Vrijheid is nooit gratis. Zij vraagt altijd iets van ons: vertrouwen in elkaar, redelijkheid, de bereidheid om elkaar ruimte te geven.” Hij voegde eraan toe dat vrijheid ook betekent “keuzes maken. In ons eigen leven en samen. Dat is moeilijk, maar we doen wél ons best.”

Bij de staatsbezoeken aan koningin Elizabeth en aan Canada stond hij ook stil bij de opofferingen die voor de vrijheid zijn gebracht. “In 1944 en 1945 wisten de Canadezen het bezette Nederland te herwinnen, samen met onze andere bondgenoten. Meter voor modderige meter. Door watergeulen, versperringen en fel vijandelijk vuur, met koppige volharding. De prijs die Canada betaalde voor onze Bevrijding was hoog”, zei hij vijf jaar geleden in Ottawa.

Op de Dam kan de koning al die lijnen in één redevoering bij elkaar brengen. Hij moet het gevoel van vrijheid en saamhorigheid oproepen in een tijd van beknelling, onzekerheid en ‘intelligente lockdown’ en tegelijkertijd stilstaan bij het donkere verleden. Geen eenvoudige opgave.