De Noorse kroonprins Haakon heeft donderdag op de tweede dag van zijn wandeltocht langs de ‘Flyktningeruta’ bloemen gelegd. Dat deed hij in Nordre Hallangen bij het monument dat is opgericht voor iedereen die in de Tweede Wereldoorlog haar of zijn leven riskeerde om anderen in veiligheid te brengen.
Zeker 50.000 mensen gebruikten de vluchtelingenroute die Haakon bewandelt om een veilig heenkomen te zoeken in het neutrale buurland Zweden. Voor zover bekend zijn zeker 29 grenswachten om het leven gekomen. Hetzij tijdens de dienst, door executie of in gevangenschap. Ook zo’n 55 helpers van de vluchtelingen kwamen om. Hun kennis van de plaatselijke omstandigheden was destijds van wezenlijk belang voor het slagen van de vlucht.
Haakon loopt in drie dagen delen van de vluchtelingeroute om te vieren dat Noorwegen 75 jaar geleden werd bevrijd. Secretaris-generaal Dag Terje Klarp Solvang van de toeristenbond treedt op als gids en Haakon wordt vergezeld door de militair Tonje Hagtun Nordengen en Ayesha Wolasmal, een veldwerker met een migratie-achtergrond.
Onderweg zijn ontmoetingen voorzien met mensen die de route destijds gebruikten, met ooggetuigen enmensen die de route in stand houden. Zo werd donderdag in Milorgha gestopt bij de geheime opslagplaats die het Noorse verzet daar in 1943 had ingericht en die door de Duitse bezetter nimmer is gevonden. Hier werden onder meer wapens en andere uitrusting opgeslagen.
