POTSDAM – De nazaten van de laatste Duitse keizer hebben recht op schadevergoeding voor de onteigening van hun bezittingen door de Sovjet-bezettingsmacht in het voormalige Oost-Duitsland. Het zou gaan om minstens 1,2 miljoen euro, plus rente. Een schijntje in vergelijking met de werkelijke waarde van het genaaste bezit, dat wordt geraamd op 21 miljoen euro.
De schadeloosstelling is overigens niet onomstreden en ook nog niet definitief. Het gaat onder meer om Slot Lindstedt bij Potsdam, het Slot Rheinsberg, het voormalige matrozenstation aan het Junfernmeer en Krongut Bornstedt. Die zijn meteen na de Tweede Wereldoorlog in beslag genomen.
Pas na de val van de Berlijnse muur in 1989 en de hereniging van Duitsland kon prins Louis Ferdinand, destijds hoofd van de Hohenzollern familie weer aanspraken doen gelden op de voormalige familiebezittingen die in veel gevallen teruggaan op de tijd van Frederik de Grote. Eén van de vragen die moest worden beoordeeld was, of de keizerlijke familie had geheuld met de nazi’s.
Hitler
Louis Ferdinand had dat in elk geval niet. Hij had zelfs contact met degenen die in 1944 een aanslag op Hitler beraamden. Zijn vader kroonprins Wilhelm was minder brandschoon, maar de beoordeling is vooralsnog in het voordeel van de Hohenzollerns uitgevallen. De familie aast ook al langere tijd op Huis Doorn, het ballingsoord van de laatste keizer en de plek waar Louis Ferdinand in 1938 in aanwezigheid van prinses Juliana en prins Bernhard getrouwd.
De kleinzoon van Louis Ferdinand, prins Georg Friedrich is het huidige familiehoofd. Hij mag gebruik maken van de titel Prins van Oranje, vanwege de familieverwantschap met de Oranjes.
