APELDOORN – Uitvallende motoren, bijna struikelende steltlopers, schichtige paarden. Het groot opgezette defilé dat zaterdag door Apeldoorn trok, was vol uitdagingen en kleine en grote vertragingen. De koninklijke bezoekers van de optocht hadden zich wijselijk dan ook opgesteld aan het begin van de stoet, daar vielen de onvermijdelijke gaten nog mee.
Het programma liep voor Paleis Het Loo, waar prinses Beatrix, prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven het Grand Defilé met zichtbaar plezier bekeken, een kwartier uit. Het koninklijk gezelschap kreeg daar wel meer tijd in de zon voor terug. Bij het begin van de manifestatie dreigde het nog te gaan regenen, maar anderhalf uur later was het aangenaam op de eretribune en konden de omslagdoeken en sjaals af.
De optocht was de bijdrage van Apeldoorn aan de viering van 200 jaar Koninkrijk. In marstempo kwamen twee eeuwen nationale geschiedenis voorbij, met hoogte- en dieptepunten. Het publiek langs de 5 kilometer lange route kreeg tientallen historische rijtuigen en bijzondere auto’s te zien (inclusief koetsen die ouder waren dan het Koninkrijk), muziekkorpsen en uitbeeldingen van historische gebeurtenissen.
Eerder hadden de prinsessen en Pieter van Vollenhoven op het voorterrein van het paleis al een kijkje genomen bij een presentatie van de 11 dorpen waaruit Apeldoorn bestaat. Hoenderloo en Uddel toonden de bijeenteelt. ”Wij zijn ook overal bezig met bijen”, liet prinses Beatrix enthousiast weten. De schapenhoeder kon de waardering wegdragen van Pieter. ”Dat is ook leuk”, vertelde hij zijn echtgenote.
