Wat is het nou: diadeem of tiara?

redactievorsten

08/04/2023 7:15 am

Is er verschil tussen een diadeem en een tiara of is het alleen een kwestie van taal? Of een beetje van beide? Juwelenhistoricus Martijn Akkerman legt het uit.

Tekst: Martijn Akkerman. Dit verhaal staat in Vorsten 1 van 2023 en is waar nodig aangepast voor online publicatie.

In 2011 vond in de Amsterdamse RAI de 25ste editie van kunst- en antiekbeurs PAN plaats. Ter gelegenheid van dit kroonjaar werd een tentoonstelling georganiseerd van 25 diademen, variërend van een gouden lauwerkrans uit het Oude Egypte tot een exemplaar uit 2010. In de begeleidende catalogus, waarvoor ik de tekst mocht verzorgen, legde ik onder andere het verschil uit tussen de termen ‘tiara’ en ‘diadeem’, die dikwijls door elkaar worden gebruikt.

Het verschil

Mede naar aanleiding van die uitleg hoorde ik iemand vertellen dat je van Martijn Akkerman geen tiara MAG zeggen, maar de benaming diadeem MOET gebruiken. Maar dat is natuurlijk onzin: ik heb alleen willen aangeven dat aan het Nederlandse Hof altijd over een diadeem wordt gesproken en nooit over een tiara. Toch stond er in het boek dat Claudia de Breij schreef naar aanleiding van de 18de verjaardag van prinses Amalia, dat onze kroonprinses (in ieder geval volgens Claudia de Breij) over een tiara sprak. Een oud-medewerker van Paleis het Loo kwam met het idee om het verschil nog eens uit te leggen.

Engeland versus Europa

Wie op Wikipedia het woord tiara opzoekt, leest dat het om een soort kroon gaat, waarvan de oorsprong in Mesopotamië ligt. De oorsprong van een diadeem wordt omschreven als een band van stof of metaal als teken van Hellenistische koninklijke waardigheid. Een niet al te duidelijke uitleg, maar wel met een kern van waarheid. De verwarring over de naam is vooral ontstaan doordat in Engeland meestal over een tiara wordt gesproken. Maar dat is natuurlijk geen reden om aan te nemen dat deze benaming ook automatisch de juiste is. Want in de Engelse taal blijkt dit buiten het Verenigd Koninkrijk helemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn. In het recent verschenen Unearthed, de catalogus van de collectie stenen en juwelen in de Smithsonian Institution in Washington, wordt uitsluitend de term ‘diadem’ gebruikt.

Ook in de meeste Europese landen is dat gebruikelijk. Toen ik in 2019 tijdens de internationale persvoorlichting ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Juwelen schitteren aan het Russische Hof’ in de Amsterdamse Hermitage het verschil probeerde uit te leggen, bleek dat voor diverse journalisten overbodig te zijn, omdat bijvoorbeeld in Italië en Spanje de term ‘diadema’ wordt gebruikt, net als in de Scandinavische landen. De catalogus En dronnings smykkeskrin bij de gelijknamige tentoonstelling van juwelen ter gelegenheid van het 50-jarig regeringsjubileum van de Deense koningin Margrethe, spreekt bijvoorbeeld over ‘diadem’ of ‘diademet’ (het diadeem).

In Frankrijk is het woord diadeem sowieso altijd gebruikelijker geweest dan tiara. Omstreeks 1900 had de juwelier Chaumet op de Place Vendôme een ‘salon des diadèmes’ (en geen ‘salon des tiares’). En de Franse adel gaf regelmatig een ‘soirée des diadèmes’ om elkaar de nieuwste aanwinsten op dit gebied te kunnen laten zien. Ook de typisch Russische ‘kokoshnik’ wordt in Frankrijk meestal ‘diadème Russe’ genoemd.

Zo zeggen ze het aan het Hof

Uit schriftelijke en mondelinge bronnen blijkt dat het Huis van Oranje en de Nederlandse adel ook altijd de voorkeur hebben gegeven aan de benaming diadeem. Zo beschrijft prinses Wilhelmina van Pruisen (1751-1820) op 20 januari 1801 vanuit Hampton Court aan haar dochter Loulou in Duitsland de juwelen die ze tijdens het verjaardagsfeest van de Engelse koningin Charlotte droeg, waaronder “op mijn hoofd een schitterend diadeem”. In de dagboeken en briefwisseling van leden van de vooroorlogse hofhouding komt ook alleen de benaming diadeem voor, zoals in Vertel dit toch aan niemand van hofdame Henriëtte van de Poll. De uitzondering op de regel is hier hofmaarschalk Van Zinnicq Bergmann, die in 1998 in zijn boek In dienst van drie vorstinnen steeds over een tiara spreekt, overigens tot ergernis van collega’s. Maar in februari 1956 telefoneerde koningin Wilhelmina op de avond vóór een diner in het Paleis op de Dam ter gelegenheid van de 18de verjaardag van prinses Beatrix met haar secretaris en vertrouweling Tijs Booy en vertelde hem geëmotioneerd onder andere: “De laatste keer in mijn bestaan dat ik een diadeem draag…”

Een belangrijk bewijs werd ook geleverd tijdens de recente opening van de tentoonstelling ‘De Eeuw van Juliana’ in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar leden van de huidige én vorige hofhouding mij in een gesprek persoonlijk bevestigden dat aan het Hof altijd over een diadeem wordt gesproken en nooit over een tiara.

De tiara: een hoge muts

In het standaardwerk Juwelen en Mensen uit 1961 gebruikt de auteur, juwelier-antiquair M.H. Gans, inderdaad ook consequent de benaming diadeem, op één keer na. Hij beschrijft de Tiara van Saitaphernes, een gouden kroon die 2000 jaar oud zou moeten zijn, maar later werd ontmaskerd als een zeer knap gemaakte kopie door de goudsmid Ruchomowski uit een plaatsje bij Odessa omstreeks 1880. Gans gebruikte de benaming tiara hier echter wél in de juiste context: tiara komt van het Perzische ‘tara’, waarmee een hoge muts van stof of leer werd bedoeld, versierd met goud en edelstenen en gedragen door koningen en keizers van oude volkeren in Mesopotamië. Hieruit is ook de pontificale of pauselijke tiara voortgekomen: een hoge metalen hoofdtooi in de vorm van een oude bijenkorf, die door pausen werd gedragen. De mijter, etymologisch afkomstig van de ‘mitra’, heeft een vergelijkbare oorsprong.

De betekenis van het woord diadeem

De benaming diadeem is afgeleid van het Griekse ‘diadeo’, dat letterlijk ‘ombindsel’, of ‘ik bind samen’ betekent. Volgens een legende kwam de god Dionysos uit India naar de westerse wereld om er de wijnstok te introduceren, die later werd beschouwd als symbool van beschaving. Dionysos droeg een witte hoofdband die op het achterhoofd werd vastgeknoopt en in navolging hiervan gingen Hellenistische vorsten een vergelijkbare band dragen als teken van hun vermeende goddelijke status. Ook bij winnende atleten was het gebruikelijk om een witte band om het hoofd te dragen. De Griekse beeldhouwer Polykleitos vereeuwigde omstreeks 420 voor Christus het moment waarop een atleet zo’n overwinningsdiadeem aanbrengt in zijn bronzen beeld ‘Diadumenos’, of ‘De Diadeemdrager’.

Niets moet, veel mag

Uit een combinatie van deze band en de bloem- en bladkransen die in de klassieke oudheid bij verschillende beschavingen werden gedragen door onder andere priesters, feestgangers, deelnemers aan processies en vorstelijke personen, is het diadeem ontstaan zoals wij dat nu kennen. En uit dit diadeem ontstonden uiteindelijk ook de beugelkroon, een veelgebruikt model voor een koningskroon, en de adellijke rangkronen uit de heraldiek. Concluderend kunnen we stellen dat met betrekking tot de naam van de juweelvorm niets moet en veel mag, maar dat de benaming diadeem, onder andere aan het Nederlandse Hof, de meest gebruikelijke is.

Meer juwelen

Lastig, zo’n zwaar diadeem. Hoe zakt ‘ie niet scheef? Dit zijn de koninklijke oplossingen.





Inschrijven nieuwsbrief

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


Meer Juwelen