Koning Filip heeft vrijdag in het parlement van de Duitstalige gemeenschap in Eupen stilgestaan bij het feit dat honderd jaar geleden de vredesconferentie van Parijs plaatshad. Daar werd na het einde van de Eerste Wereldoorlog onder meer gesproken over nieuwe grenzen. Als gevolg van die conferentie kreeg België er bij het vredesverdrag van Versailles in 1920 de ‘oostkantons’ rond Eupen en Malmédy bij.
De Belgen, die in de jaren 1914-1918 zwaar hadden geleden onder de Duitse bezetting en de loopgravenoorlog in de Westhoek, hadden destijds meer noten op hun zang. De wens was de grenzen beter verdedigbaar te maken en het land sterker. Brussel liet daarom niet alleen haar oog vallen op de oostkantons maar ook op het groothertogdom Luxemburg, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Die wensen werden echter niet ingelost.
Filip nam deel aan een ceremonie waarin een muzikale en historische terugblik werd gegeven op de ontstaansgeschiedenis van Duitstalig België. Na afloop maakte hij op het plein voor het parlement tijd voor het wachtende publiek.