Koning Willem-Alexander heeft in een ongebruikelijk openhartig televisie-interview een inkijkje gegeven in zijn persoonlijkheid. Hij omschreef zichzelf als emotioneel, vasthoudend en veeleisend en in zijn jeugd als een brutale, vervelende puber. Tegenwoordig zit hij beter in zijn vel en voelt hij zich op zijn gemak, zo vertelde de koning aan Wilfried de Jong in het woensdagavond gelijktijdig door NOS en RTL uitgezonden vraaggesprek op de Eikenhorst.
De koning, die donderdag zijn vijftigste verjaardag viert, had van tevoren zelf aangegeven dat zijn persoon centraal moest staan en niet zijn nu bijna vierjarige koningschap.
In het gesprek kwamen niet alleen zijn jeugdjaren op kasteel Drakensteijn in Lage Vuursche aan bod, door Willem-Alexander omschreven als een “mooie tijd”, maar ook de enorme rivaliteit tussen de drie broers die elkaar verbaal de baas probeerden te blijven. “Het was hakken of gehakt worden”, aldus de koning, die daardoor leerde ad rem te zijn, maar uit die ervaring ook een zekere spreekangst ontwikkelde. Hij wilde anderen niet op dezelfde manier afkappen als de drie prinsen onderling deden. In dat verband zei hij ook de soms onbehouwen kritiek van zijn in 2013 overleden broer prins Friso te missen. “Als je het niet meer hebt, mis je het echt.”
Rauwe pijn
Willem-Alexander sprak met emotie over het verlies van Friso, maar ook over ‘rauwe pijn’ van de nabestaanden van de vliegramp met MH17. Hij vertelde hoe hij met name dochter prinses Amalia voorbereidde op haar toekomstige ambt, waarbij ze nu in haar jeugd alle ruimte moet hebben zichzelf te zijn en vooral ook fouten te maken. Ze moest zich ook vooral verzetten tegen haar lotsbestemming, teneinde er later ook bewust voor te kunnen kiezen, aldus Willem-Alexander.
De koning keek ook terug op zijn bijzondere kersttoespraak van vorig jaar waarin hij nadrukkelijk de angst en boosheid benoemde die de samenleving kenmerken. “We leven ontegenzeggelijk in een moeilijke tijd”, zei Willem-Alexander met een diepe zucht.