Koning Willem-Alexander kreeg bij de persontmoeting aan het slot van zijn driedaagse werkbezoek aan de Duitse bondsstaten Rijnland-Palts en Saarland geen vragen over de voetbalinterland van het Nederlands elftal tegen Duitsland die zaterdag wordt gespeeld. Maar dat de koning niet helemaal gerust is op de uitslag liet hij tussen neus en lippen door een paar keer blijken.
In Rijnland-Palts liet hij zich ontvallen dat er nu wat minder reden is om trots te zijn op de nationale ploeg en in Saarland vroeg hij zich in een toespraak hardop af wat het resultaat zou zijn als het Nederlands elftal zou uitkomen tegen een nationale ploeg van de deelstaat. Dat gebeurde in de jaren vijftig tweemaal, toen Saarland zich nog niet had verenigd met Duitsland. Oranje won beide keren, maar met het kleinst mogelijke verschil.
Met zijn opmerking “Ik ben benieuwd hoe de krachtsverhoudingen anno 2018 zouden zijn”, liet de koning doorschemeren niet helemaal gerust te zijn op een goed resultaat. De aanwezigen in het stadspaleis in Saarbrücken konden er hartelijk om lachen. Ook zij zouden wel eens willen weten wat de uitkomst van zo’n treffen zou zijn. Maar een antwoord komt er niet. Saarland speelt geen interlands meer. Dat doet nu Duitsland.