Premier Mark Rutte vindt dat als er excuses worden aangeboden voor het Nederlandse slavernijverleden, het niet aan de koning is om dat te doen. De vorst is namelijk een “symbool van de eenheid van het land”, redeneert Rutte. “Die wil je niet in het politieke debat trekken.”
Rutte vindt het niet bij de rol van de koning passen om zich te mengen in een onderwerp “dat niet helemaal ontdaan is van controversialiteit”. Op vrijdag meldde het onderzoeksbureau I&O Research dat de groep die voor excuses is voor het slavernijverleden weliswaar groter is geworden, maar nog in de minderheid is.
Eerder vrijdag meldden ingewijden na berichtgeving van de NOS dat op 19 december acht leden van het kabinet op verschillende plekken excuses aan zullen bieden. Zo zal Rutte dat doen in Nederland, minister Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) in Suriname en staatssecretaris Alexandra Van Huffelen (Koninkrijksrelaties) op Curaçao. Rutte wil dat niet bevestigen en zegt alleen dat er “iets” gebeurt op die datum. Als dan inderdaad excuses worden aangeboden, dan wil hij dat zelf doen als premier namens de regering. De koning maakt deel uit van de regering.
Verschillende deskundigen op het gebied van discriminatie en het Nederlandse slavernijverleden hebben de wens uitgesproken dat de excuses uit de mond van de koning komen, gezien hij staatshoofd is. Dat is onder meer het standpunt van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) en Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.