De Noorse kroonprins Haakon is vrijdagmiddag aan het einde van zijn driedaagse wandeling langs de vluchtelingenroute die werd gebruikt om mensen vanuit Noorwegen naar het neutrale buurland te smokkelen, gestopt voor de grens.
Hij is niet doorgelopen naar Nissedråga, dat tijdens het laatste deel van de Tweede Wereldoorlog een schuilplaats was voor koeriers aan Zweedse zijde. In Bøn in Skillingmark was een opvangcentrum voor vluchtelingen. De coronamaatregelen in beide landen stonden de grensoverschrijding van Haakon in de weg, zo liet het Noorse hof weten.
De woensdag begonnen tocht van ongeveer 60 kilometer eindigde daarom bij grenspaal 53 en het Grenselos Museum in Eidskog. Voor de vluchtelingen die tijdens de oorlog daar aankwam kwamen, was ‘Grenserøy’s 53′ een welkom teken dat de gevaarlijke reis door de grensgebieden snel voorbij zou zijn. Aan de andere kant konden ze veilig zijn.
Het museum is gevestigd in een oude school in Skjølåbråten, op een paar kilometer van de Zweedse grens. Op hetzelfde moment dat het onderwijs in de klas plaatsvond, was het klaslokaal een toevluchtsoord voor vluchtelingen en koeriers. Veel vluchtelingen kregen hulp om van hieruit verder Zweden binnen te komen.
Een van de grenswachten was Wiggo Ljøner, vader en schoonvader van Vidar en Berit Hansen, die vrijdagmiddag de kroonprins en zijn kleine gevolg ontving. Het echtpaar runt het Grenselos Museum en toonde de expositie aan Haakon. Het museum heeft voorwerpen, documenten en foto’s verzameld die een juist op die plaats een levendig en realistisch beeld geven van de bezettingsperiode.
