De eerste onkostenvergoeding waarover prinses Amalia volgend jaar beschikt, bedraagt 1,6 miljoen euro. Ze ontvangt die voor haar personele en materiële uitgaven, staat in de dinsdag gepresenteerde begroting van Algemene Zaken. De prinses ontving deze vergoeding al een paar jaar, maar kondigde eerder dit jaar aan dat ze in 2025 stopt met het vrijwillig terugstorten ervan.
Naast deze vergoeding (de zogenoemde B-component) krijgt ze ook nog een inkomen van 345.000 euro (A-component), maar dat bedrag stort ze terug zolang ze nog studeert. Amalia studeert momenteel Politics, Psychology, Law and Economics aan de Universiteit van Amsterdam.
Vier leden van het koninklijk huis ontvangen een uitkering. Het gaat om koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Beatrix en dus prinses Amalia. Zij ontvangen in 2025 in totaal aan uitkeringen (A en B-componenten) 12,4 miljoen euro. Dat is een lichte stijging in vergelijking met de 11,6 miljoen euro dit jaar.
De begroting van de koning voor volgend jaar bedraagt in totaal 58,9 miljoen euro. Dat is 3 miljoen meer dan dit jaar. Hieronder vallen bijvoorbeeld uitgaven voor het personeel dat in dienst is van het Koninklijk Huis.