Het was woensdag voor de Spaanse koning Felipe prettig nu eens niet met boegeroep te worden verwelkomd, zoals gebruikelijk bij bezoeken in Catalonië, maar met vaak herhaalde ‘viva’s’ tijdens zijn uitstapje naar Ávila, in de regio Castillië.
Het publiek stond rijen dik op de Plaza Santa, waar de koning zou aankomen voor een visite aan het klooster en geboortehuis van de zestiende eeuwse katholieke heilige Teresa van Ávila. Het wachten werd beloond want Felipe week af van het draaiboek en nam tien minuten de tijd om handen te schudden.
Aanleiding voor het koninklijk bezoek was het eerste Teresiaanse Jubileumjaar dat dit jaar wordt gehouden. De koning mocht door de ‘heilige deur’ naar binnen om een kijkje te nemen bij het beeld en de relikwieën van de tussen 1515 en 1582 levende non en mystica Teresa, die een eeuw later heilig werd verklaard en ook wel Heilige Teresa van Jezus wordt genoemd. Felipe tekende ook het speciale gastenboek.
Vervolgens woonde Felipe in de vlakbij gelegen Palacio de Superunda, waar tijdens een bijeenkomst werd stil gestaan bij de 25e verjaardag van de Groep van Werelderfgoedsteden.