De Deense koningin Margrethe gunt zichzelf weer wat meer bewegingsvrijheid nu de beperkingen van de coronacrisis zijn versoepeld. Margrethe verhuist vrijdag naar Aarhus, waar ze haar intrek neemt in Marselisborg Slot. De afgelopen maanden had de Deense vorstin zich geïsoleerd in Fredensborg, waar ze in april ook haar tachtigste verjaardag op bescheiden wijze vierde.
Het kroonprinselijk gezin voegde zich diezelfde maand dicht bij haar door het Kancellihus van Fredensborg Slot weer te gaan bewonen. Daarvoor werd het door hen bewoonde paleis in Kopenhagen verlaten, zonder dat het hof aangaf wanneer ze daar zouden terugkeren.
Koningin Margrethe heeft deze week al een aantal publieke optredens gedaan, al was dat in een beperkte en beschermde omgeving. Zo woonde ze afgelopen zondag in de tuin van Fredensborg de uitreiking bij van de kunstbeurzen die in naam van haar moeder koningin Ingrid werden verleend aan een talentvolle zanger en danser.
Dinsdag nam ze in Christiansborg Slot, dat dienst doet als kantoor van de premier, parlementsgebouw en koninklijke ontvangstruimte, de winnende kindertekeningen in ontvangst die in alle Deense gemeenten waren gemaakt ter gelegenheid van haar verjaardag. Later op de dag was ze met het kroonprinselijk paar in Frederiksborg Slot bij de opening van de tentoonstelling met ‘koninklijke portretten’. Daar kon ze ook een nieuw schilderij van zichzelf onthullen.
Woensdag nam de koningin in het Christian VII-paleis in Kopenhagen voor het eerst weer geloofsbrieven in ontvangst, van de ambassadeurs van Colombia, Laos en Pakistan. Daarna ging ze naar Lejre om de nieuwe Koningshal in het ‘Land van legenden’ in te wijden. Dit themapark had dit jaar de Amalienborgprijs gewonnen, voor zijn wezenlijke wetenschappelijke en culturele inspanning.
Margrethe zal deze zomer echter haar gebruikelijke tochten met het koningsschip Dannebrog moeten missen. De streekbezoeken die ze daarmee zou afleggen, zijn vanwege de coronacrisis afgelast.
