AMSTERDAM – Koning Willem-Alexander besteedt maandagavond voor de tweede keer binnen een week aandacht aan het nazi-vernietingskamp Sobibor. De koning is in de Westerkerk in Amsterdam aanwezig bij de eerste uitvoering van het concert ‘Er reed een trein naar Sobibor’. Vorige week kreeg hij samen met koningin Máxima tijdens hun staatsbezoek aan Polen een presentatie over de inrichting van een nieuwe gedenkplaats in Sobibor.
Het concert is georganiseerd door Jules Schelvis (93), één van de weinige overlevenden van het in Polen gelegen vernietingskamp. Daar vermoordden de Duitsers tussen april 1942 en november 1943 zo’n 170.000 mensen, voornamelijk Joden. Van hen kwamen er 34.000 uit Nederland, per trein overgebracht uit Westerbork. Schelvis was ook de enige overlevende van zijn transport dat plaatsvond in juni 1943.
Tijdens de uitvoering vertelt hij in fragmenten over de 72 uur durende deportatieroute, en over ervaringen en zijn medereizigers. Zijn teksten worden geïllustreerd met archiefbeelden en afgewisseld met muziek, van onder meer Grieg, Bach, Elgar en Mahler. Schelvis wil met de herdenkingstournee een internationaal appèl doen om de holocaust nooit te vergeten en zijn verhaal door te geven aan volgende generaties. Het beeldende concert wordt later ook uitgevoerd in Berlijn en Lublin.
Het koningspaar zag vorige week in Polen de plannen voor een nieuwe gedenkplaats in Sobibor. Nederland betaalt mee aan de inrichting daarvan. Bij de voorbereidingen zijn ook opgravingen gedaan waarbij persoonlijke eigendommen van de slachtoffers, zoals kettinkjes met naamplaatjes en Joodse sieraden, zijn gevonden. De koning zei na afloop zeer onder de indruk te zijn van dit programmaonderdeel van het staatsbezoek.
