Koningin Máxima heeft net als haar man koning Willem-Alexander nog een parttimebaan. De koning klust bij als co-piloot bij de KLM, de koningin werkt onbezoldigd voor de Verenigde Naties.
Sinds 2009 is ze speciaal pleitbezorger van de VN-secretaris-generaal en helpt ze regeringen met het uitstippelen van nationale plannen om de hele bevolking toegang te geven tot financiële diensten. In dat kader bezoekt Máxima deze week Vietnam.
In westerse en ontwikkelde landen heeft bijna iedereen een bankrekening en verzekering. In minder ontwikkelde delen van de wereld is dat niet zo. Twee miljard mensen zijn aangewezen op een informeel circuit om geld te lenen of te versturen, en als er geld is om te sparen dan zijn matras of koekblik de spaarkas. Banken willen hen niet hebben, of er zijn helemaal geen banken in de buurt, of de kosten zijn te hoog.
Ervaringen
De ontwikkeling van een land kan worden versneld wanneer de hele bevolking wel kan sparen, geld versturen, verzekeringen kan afsluiten en leningen opnemen tegen anders dan een woekerrente. Regeringen zien dat ook in, en landen waar de toegankelijkheid te wensen overlaat, winnen onder andere advies in bij koningin Máxima en haar kantoor in New York. Zij deelt haar ervaringen uit andere landen.
Vietnam is niet het eerste land dat de koningin om die reden bezoekt. De afgelopen vier jaar was ze ook in Ethiopië, Tanzania, Colombia, Peru, China, Filipijnen, Bangladesh, Pakistan, Myanmar, Indonesië en Argentinië. Daarnaast waren er ook nog bliksembezoeken, zoals aan Mexico.
De koningin richt zich in eerste instantie op landen met een grote bevolking omdat daardoor ook de meeste progressie kan worden gemaakt. Van de twee miljard mensen zonder toegang tot financiële diensten leven er bijvoorbeeld 450 miljoen in China.
