Prins Harry en zijn vrouw Meghan nemen definitief afstand van de het Britse koningshuis. Dat hebben de hertog en hertogin van Sussex laten weten aan koningin Elizabeth, zo maakte Buckingham Palace vrijdag bekend.
Harry heeft de afgelopen tijd verschillende gesprekken gehad met zijn oma Elizabeth over zijn rol in de familie. Naar aanleiding van die gesprekken heeft de koningin schriftelijk laten weten dat de wensen van Harry en Meghan niet te rijmen zijn met de verantwoordelijkheden en plichten die gepaard gaan met de taken van de werkende leden van het Britse koningshuis. Daarop is besloten dat Harry en zijn vrouw niet terugkeren als ‘werkende leden’ van de koninklijke familie.
Harry en Meghan moeten nu al hun eretitels inleveren. Dat betekent dat de prins zijn militaire titels en de daarbij horende taken ook kwijtraakt. De vrijgekomen eretitels gaan terug naar koningin Elizabeth en worden opnieuw verdeeld onder de werkende leden van de Britse koninklijke familie.
Harry en Meghan lieten vorig jaar weten afstand te willen nemen van het Britse koningshuis. Het stel liet meteen weten geen gebruik meer te maken van de aanspreektitel zijne/hare koninklijke hoogheid en sprak de wens uit financieel onafhankelijk te worden van de koninklijke familie. De hertog en hertogin behielden hun eretitels en spraken met Buckingham Palace af dat de afspraken na een jaar zouden worden geëvalueerd. Harry en Meghan verhuisden met hun zoontje Archie aanvankelijk naar Canada en later naar de Verenigde Staten, op zoek naar meer privacy. De Sussexes sloten in de tussentijd lucratieve deals met onder anderen Netflix en Spotify.
