Als prins Bernhard niet de man van koningin Juliana was geweest, dan was er geen hofcrisis geweest in de jaren vijftig. Dat stelt Han van Bree in de nieuwe editie van Vorsten naar aanleiding van zijn recente boek De Geest van het Oude Loo. Van Bree, die gepromoveerd is op zijn werk, stelt dat Bernhard “alleen bezig was met zijn imago en absoluut niet met het belang van de monarchie.” Zo vond Van Bree geen enkele reden om aan te nemen dat gebedsgenezeres Greet Hofmans de boel probeerde op te lichten. “Bernhard heeft zitten prikken op de zwakke plekken,” zegt van Bree. De geloofsconferenties op Kasteel Het Oude Loo waren volgens hem – voor die tijd – “niet zweverig” maar christelijk in de joods-christelijke traditie en ongevaarlijk. “Juliana heeft altijd de schuld gekregen van de crisis, dat was de teneur en dat vind ik onzin. De conferenties waren niet gevaarlijk, het was binnenskamers. Er zitten misschien wel verborgen boodschappen in haar openbare toespraken, maar die zijn voor de neutrale toehoorder niet te vinden. Het viel me op dat er juist heel weinig ‘Oude Loo’ in zat. Ze kon staatszaken en privé prima scheiden.” Koningin Juliana moest door de crisis het contact meerdere vriendinnen verbreken.
Lees het hele interview met Han van Bree in de nieuwe editie van Vorsten.
