“Tot de volgende keer.” Met die woorden besloot koning Willem-Alexander vrijdagmiddag in het stiltecentrum van de universiteitskliniek van de Saarlandse universiteit zijn ultrakorte ontmoeting met de Duitse en Nederlandse media.
De koning vond het wel apart dat uitgerekend op een stilteplek een persontmoeting werd gehouden, maar stak desondanks meteen van wal om een korte beschrijving te geven van zijn werkbezoek aan de deelstaten Rijnland-Palts en Saarland.
“We hebben een super deel van Duitsland gezien, twee bijzondere bondsstaten”, aldus de enthousiaste koning, die sprak over “drie interessante dagen”. Met Máxima ging hij dan ook op een ‘high’ weer naar huis en met een plekje in zijn hart voor “onze belangrijkste handelspartner, grootste buur en goede vriend.”
Diversiteit
Het ontdekken van de diversiteit van Duitsland, waar grote verschillen bestaan tussen de deelstaten, vond hij zo boeiend aan de bezoeken aan steeds weer een ander deel van Duitsland. “Duitsland is niet één land. Er zijn zoveel verschillen.”
De belangrijkste boodschap die hij ook van dit werkbezoek meenam, was het belang van samenwerking. “We zijn elkaars buren en vrienden en kunnen samen meer bereiken dan alleen. Samenwerken blijft belangrijk”, aldus Willem-Alexander.
Bundesländer
Met zijn “tot ziens” verwees de koning naar de voortzetting van de bezoeken in de komende jaren want hij stelde zich in 2013 als doel alle 16 ‘Bundesländer’ te bezoeken. Na Rijnland-Palts en Saarland zijn er nu nog vier over: Berlijn, Brandenburg, Bremen en Mecklenburg-Voorpommeren, het thuisland van zijn overgrootvader prins Hendrik.
De koning dacht niet dat hij daarna weer van voren af zou beginnen, maar hij zou wel altijd veel aandacht blijven besteden “aan Duitsland als federale staat maar ook aan de individuele Bundesländer.”
